
Zo kiest StockWatch ETF’s voor onze portefeuille en geven wij rapportcijfers
In ETF’s beleggen is een eenvoudige keuze, Het kiezen van een ETF is echter verre van eenvoudig met de ware zondvloed aan aanbod. Welke moet u hebben, waar let u op? StockWatch maakt het u eenvoudig en presenteert een model, waarmee wij systematisch trackers selecteren en een rapportcijfer geven voor onze ETF portefeuille. Uiteraard doet u er ook zelf uw voordeel mee.
Headlines:
- Wat een aanbod! Moeilijke keuzes bij gemaksproduct ETF’s!
- Daarom: zo werkt StockWatch ETF keuze- en beoordelingsmodel
- StockWatch geeft rapportcijfers aan ETF’s
- StockWatch hanteert daarvoor zeven criteria
- Kosten, tracking errors, al dan niet herbeleggend, valuta, liquiditeit, fysiek of synthetisch en vestigingsland
Moeilijke keuzes bij gemaksproduct ETF’s
Nooit eerder was de beurs zo toegankelijk voor iedereen met ook een kleine beurs.
Met één goedkoop en veilig product in tot duizenden aandelen of andere items tegelijk beleggen, gemak dient de mens. Exchange Traded funds (ETF’s) of (index)trackers zijn populair onder particulieren, professionals, maar ook mensen die niets met beurs en beleggen hebben. Want: geen omkijken naar.
En toen… werd het toch nog ingewikkeld. Er is zoveel keuze uit titels en aanbieders! Welke moet u nou hebben? Strikt genomen zijn er ook nog veel (kleine) dingen waar u op moet letten bij aanschaf. U hoeft u niet te schamen als u er niet uit komt, het is echt ingewikkeld en tijdrovend.
StockWatch biedt de helpende hand. Arend Jan gaat hier het komende jaar met zijn eigen geld van de grond af aan een lange termijn ETF portfolio opbouwen van een ton met 10 à 20 titels. Alles publiekelijk en in principe buy & hold: volgt u hem op de voet hoe hij dit doet.
StockWatch geeft rapportcijfers aan ETF’s
StockWatch helpt u nog verder. Simpel, wij geven ETF’s en trackers gewoon een rapportcijfer hoe goed het in product in elkaar steekt! Ho, dit cijfer zegt niets over hoeveel rendement u gaat halen met dit product. Het zegt alleen iets over hoe goed, degelijk en goedkoop het in elkaar steekt.
Een ETF met een hoog rapportcijfer kan u vreselijk slecht op uw rendementsmaag liggen. Daar staat uiteraard tegenover dat een product dat met veel kunst en vliegwerk nog net een één als cijfer krijgt, u hemeltjelief rijk kan maken.
Aan de hand van zeven criteria vellen wij een oordeel. De meeste daarvan kan u zelf op- en uitzoeken in de fact sheets. Dat zijn de wettelijk verplichte maandelijkse verslagen van het wel en wee van ETF’s en trackers, die uitgevers rapporteren en. die u zo googelt.
Slechte grote ETF’s zijn er niet
Er zijn zoals gezegd overstelpend veel aanbieders die een overweldigend aanbod hebben. Zo zijn er alleen al 664 wereldindextrackers van tientallen aanbieders. Dat is nog niet alles. Bijvoorbeeld marktleider iShares (BlackRock) heeft al een stuk of wat MSCI World ETF’s, die allemaal nét even anders zijn.
Het goede nieuws is dat de concurrentie zo groot is, dat u bij trackers op grote en bekende aandelenindices als de wereldindex, S&P 500, Nasdaq 100, Stoxx Europe 600, AEX en de rest nooit echt mis gaat, te veel betaalt en te weinig krijgt. Slechte producten zijn er niet, wel betere en goedkopere.
Anders wordt het als u minder gangbare, exotische, obscure en ook duurzame producten op zoekt. Die behelzen vaak minder liquide markten. Daar betaalt u zich al snel blauw aan (verborgen) (handels)kosten, loopt u vaak groot valutarisico en nemen de spreads (verschil tussen bied en laat) het zogezegd niet zo nauw.
Zeven verschillende criteria
Er zijn 1001 manieren om te vergelijken, maar alles afwegend kiest StockWatch voor gemak en werkbaarheid voor de onderstaande zes criteria:
- Kosten
- Gerealiseerd rendement en tracking difference
- Liquiditeit en spread
- Herbeleggend of uitkerend
- Valuta
- Fysiek of synthetisch
- Notering (land)
Zo werkt StockWatch ETF model
Elk criterium krijgt een bepaalde weging mee. Wij hechten de meeste waarde aan kosten en rendement en de tracking difference (de mate waarin het product de onderliggende waarde écht volgt)
Deze twee maatstaven, die natuurlijk onderling nauw samenhangen, krijgen de zwaarste weging van 5 mee. Het laagste puntenaantal dat een ETF bij een bepaald criterium kan scoren is een nul (dramatisch) en de hoogste score is vijf punten (uitmuntend).
Liquiditeit is ook belangrijk en al dan niet herbeleggend, fysiek of in euro’s en dollars is ook een kwestie van smaak en voorkeur en is niet per definitie fout.
ETF-scoretabel
Criterium | Weging | Behaald | Max |
Kosten | 6 | 5 | 30 |
Rendement en tracking difference | 5 | 5 | 25 |
Liquiditeit en spread | 3 | 5 | 15 |
Herbeleggend of uitkerend | 3 | 5 | 15 |
Valuta | 1 | 5 | 5 |
Fysiek of synthetisch | 1 | 5 | 5 |
Beursnotering (land) | 1 | 5 | 5 |
Totaal | – | – | 100 |
1. Kosten
De kosten van een ETF hebben direct een negatieve impact op het behaalde rendement.
Een louter en alleen (sector) index volgende tracker mag niet meer dan een Total Expense Ratio (TER) van 0,3% hebben voor een simple & stupid standaardproduct. In gewoon Nederlands: de vaste jaarlijkse kosten mogen niet hoger zijn dan 0,3%.
Anders ligt dat bij een actief fonds, waarbij kennis, kunde, ervaring en vaardigheid van huis en management komt kijken, of een ETF die zelfs buiten de beurs om belegt. Nog veel, maar dan mag de jaarlijkse kostenvoet niet hoger uitvallen dan 0,75%.
2. Rendement en tracking difference
Dit is het meest lastige en ook subjectieve onderdeel van ons rapportcijfer. Hoger of lager, gerealiseerd rendement snapt iedereen. Tracking difference is het verschil tussen de prestatie van een tracker ten opzichte van de benchmark, ofwel de industriestandaard van het product.
Als de AEX-index bijvoorbeeld 8% stijgt en de gerelateerde tracker stijgt 7%, dan is de tracking difference 1%. Die is mede het gevolg van de in rekening gebrachte kosten, dividendlekkage of een imperfecte samenstelling van de ETF. Dit verschil kan klein, groot, negatief, maar ook positief zijn.
De functie van een ETF is dat het de benchmark zoveel mogelijk volgt, zodat u profiteert van de op lange termijn stijgende aandelenkoersen. Wij eisen daarom dat de tracking difference zo laag mogelijk is. Bij voorkeur beneden de 0,1% per jaar, ofwel meer dan 1% verschil in tien jaar mag er eigenlijk niet zijn.
Helaas vermelden niet alle factsheets het, het is meestal bruto, maar let u zelf zoveel mogelijk op netto gerealiseerd rendement van de tracker versus de benchmark. Daarin zijn de meeste (verborgen) kosten en opbrengsten verdisconteerd.
3. Valuta
Beleg zoveel mogelijk in ETF’s die in euro’s staan genoteerd. Dit zorgt voor een lager valutarisico en het beperkt de transactiekosten. Onze AEX en alle andere EU-indices koopt u altijd in onze eigen euro’s. Voor de VS met haar dollar is dat al anders, laat staan emerging markets!
Wij eisen daarom dat de ETF het liefste in euro’s, maar minimaal in wereldreservevaluta dollars kan worden gekocht. Is dit niet het geval dan scoort de desbetreffende ETF geen punten op dit criterium.
4. Dividend herbeleggend (Acc) of uitkerend (Dist)
Er zijn indextrackers die het dividend uitkeren of het herbeleggen. Omdat de beurzen op lange termijn altijd stijgen, is het aan te bevelen om het dividend direct te herbeleggen.
Bij ETF’s die het dividend in cash uitkeren in plaats van het te herbeleggen, moet u zelf op de knop drukken om het dividend opnieuw te herinvesteren.
In de praktijk komt het daarom regelmatig voor dat het dividend lange tijd op de geldrekening van de broker blijft staan. Het moge duidelijk zijn dat onze voorkeur uitgaat naar ETF’s die het dividend herbeleggen. Uitkerende ETF’s scoren op dit criterium dus geen punten.
5. Liquiditeit
In de regel geldt: hoe hoger de liquiditeit (handelsvolumes) van een ETF, hoe lager de spread (verschil) tussen de bied- en laatkoers en hoe beter de prijs die u betaalt/ontvangt voor uw tracker.
Bij indextrackers zien wij de bied-laat spread als een soort fee die u moet betalen aan de marketmaker/handelaar, die er voor zorgt dat er überhaupt een markt is. Als u deze in uw zak kunt houden, komt dit direct het rendement ten goede.
Wij hebben daarom voorkeur voor ETF’s waarbij de liquiditeit hoog is. Nogmaals, De vuistregel is: hoe exotischer/specialistischer de onderliggende sector en uitgever zijn, hoe slechter de liquiditeit. Voor Vietnamese small caps betaalt u meer dan Amerikaanse, zeg maar.
6. Fysiek of synthetisch
Kopen de ETF-uitgevers echt alle aandelen uit de index (fysiek), of bootsen ze die met derivaten na (synthetisch)? Dat laatste is goedkoper, maar betekent wel extra risico (bij een credit event in de markt)
Wij hechten meer waarde aan het lagere risico, waardoor onze voorkeur uitgaat naar fysieke ETF’s. Synthetische indextrackers scoren op dit criterium dus geen punten.
7. Notering (land)
VS, UK, Ierland, Luxemburg, Duitsland… of Nederland? Onze voorkeur gaat uit naar ETF’s die in Amsterdam zijn genoteerd, vanwege de af te trekken dividendbelasting. Dat gaat lang niet altijd en vervolgens kijken we naar EU-landen (UCITS), dan de VS (dollars) en pas dan VK (ponden).
Staat de tracker niet in een van die landen genoteerd, dan is ie waarschijnlijk zo obscuur… dat we zeker en minimaal een valutavisie of -hedge willen hebben.
Dit artikel mag niet worden beschouwd als individueel beleggingsadvies. Heeft u naar aanleiding van dit artikel een vraag? Stuur dan een mail naar redactie@stockwatch.nl. Wij doen ons best om deze zo snel mogelijk te beantwoorden.